De Muiderpoort op het Alexanderplein bestaat 250 jaar; in 1771 werd de poort in gebruik genomen als deel van de vestingwerken van Amsterdam. Het poortgebouw kende twee voorgangers; één 300 meter verderop uit 1663, en één op de huidige locatie die vanwege slechte fundering in 1769 verzakte. De tweede Muiderpoort is door stadsbouwmeester Cornelis Rauws (1732-1772) ontworpen in Lodewijk XVI-stijl. Het beeldhouwwerk is gemaakt door stadsbeeldhouwer Anthonie Ziesenis (1731-1801). De klok in het torentje stamt nog uit de oude Muiderpoort, en is gegoten door de bekende klokkengieters Pieter en Francois Hemony.
Van de poorten die in de 17de en 18de eeuw toegang tot de stad Amsterdam gaven is de Muiderpoort het enig overgebleven exemplaar. De poort werd vroeger ’s nachts gesloten zodat niemand de stad in of uit kon. Oorspronkelijk ging al het verkeer door de poort. In 1811 reed Napoleon door deze poort Amsterdam binnen in een koets met 8 witte paarden.
De poort was in architectonische zin het eerste belangrijke stadsgebouw van de 18de eeuw, gebouwd in classicistische stijl. De poortopeningen hebben de vorm van een triomfboog en er op rust een achtkantige koepeltoren. Aan de zijde van het Tropenmuseum is het (toen nieuwe) Amsterdamse stadswapen met de drie Andreaskruisen te zien, aan de stadskant het oude stadswapen met een middeleeuws schip. In het Amsterdam Museum wordt een houten maquette van de poort uit 1769 bewaard.
Waar eens tol en zoutaccijns werden geheven, heeft de Muiderpoort nog steeds een fiscale functie; de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs is er gevestigd.
Meer informatie o.a. in het boekje Een wandeling door de Plantage van de Vereniging Vrienden van De Plantage.
Verschillende routes door de Plantage voeren langs de Muiderpoort.