Koning Willem-Alexander opende in juni het nieuwe H’ART Museum in Amsterdam en de eerste tentoonstelling aldaar: Kandinsky.
De tentoonstelling is een samenwerking tussen H’ART Museum en Centre Pompidou, een van de vaste partners van het museum dat de komende jaren ook gaat samenwerken met het British Museum in Londen en het Smithsonian American Art Museum (SAAM) in Washington D.C.
Centre Pompidou huisvest een van de befaamdste Kandinsky-collecties ter wereld. Daaruit zijn meer dan zestig kunstwerken geselecteerd die samen een indrukwekkend overzicht geven van het oeuvre van de kunstenaar, gepresenteerd in een scenografisch ontwerp van Studio Berry Slok. Van zijn vroege figuratieve, bijna impressionistische werk tot de zo kenmerkende abstracte schilderijen, die later uitmondden in meer organische en hybride vormen op doek. Via zijn werken krijgen bezoekers een inkijk in de ontstaansgeschiedenis van de abstracte kunst via de zeer persoonlijke zoektocht van een van de grote pioniers.
Interventies die ogen én oren openen
Twee hedendaagse kunstenaars werpen nieuw licht op het werk van Kandinsky in de tentoonstelling. Bink van Vollenhoven (1983) en Søren Siebel (1981) kregen de vraag om enkele specifieke verhaallijnen uit te lichten. Het resultaat is een aantal interventies en evenementen die het publiek inspireren om met andere ogen naar het werk van Kandinsky te kijken. Siebel ontwikkelt een speciale ‘soundwalk’ in samenwerking met een groep makers uit de elektronische muziekwereld. Van Vollenhoven produceert een reeks video’s en animaties voor jongeren en volwassenen. Beiden beogen met hun werk de relevantie van Kandinsky naar het heden te brengen met thema’s als migratie en verandering maar ook muziek, kunst en kleur.
Meesterwerken, Hollandse taferelen en Bauhaus Salon
Voor deze tentoonstelling reist een groot aantal meesterwerken uit het Centre Pompidou van Parijs naar hun tijdelijke thuis in Amsterdam. Inclusief cruciale werken als Mit dem schwarzen Bogen (1912), Im Grau (1919), Auf Weiss II (1923), Auf Spitzen (1928) en Entassement réglé (1938).
Er zijn ook vier Hollandse Kandinsky’s te bewonderen. Deze niet abstracte, maar figuratieve, bijna impressionistische schilderijen, illustreren bij uitstek de beginjaren van de kunstenaar. Gemaakt in 1904 toen hij een maand lang in Nederland verbleef met kunstenaar Gabriele Münter, zijn toenmalige partner.
Een van de absolute hoogtepunten in de tentoonstelling is de grote Salon (1922), oorspronkelijk gemaakt door Kandinsky en zijn Bauhaus-studenten. De eerste versie ging in de oorlog bij de bombardementen verloren. Onder toeziend oog van Nina Kandinsky werd voor de opening van het Centre Pompidou in 1977 door studenten een tweede editie gemaakt.
Kandinsky, H’ART Museum, Amstel 51